Johan Teirlinck
Leven
Auteur
Docent
Johan Teirlinck
Tennis
Links
Dorpsdichter
Johan Teirlinck
Johan Teirlinck
Interview Tom Warmoes
Johan Teirlinck
Geef een reactie
Weg van het meetbare
Een gesprek met Johan Teirlinck
Aan de hand van drie essays over relevante topics uit het denken van vandaag belicht Teirlinck in 'Het actuele denken' de fenomenen en uitgangspunten in de hedendaagse kunst, cultuur en het brede maatschappelijke veld.
Teirlinck is een druk bezet man. Naast zijn voltijdse baan bij LUCA, school of arts, waar hij culturele wetenschappen doceert, schrijft hij theaterstukken, essays en romans. Daarnaast is hij al vijftien jaar hoofdcoach bij tennisclub Panorama in Overijse.
Teirlinck zelf startte pas vanaf zijn vijfentwintigste met tennis, maar bracht uren tijd per dag door op de baan. "Ik moest en zou een goede speler worden, en dat is gelukt. Niet alleen door training, ook door inzicht. Het is de kunst om in het hoofd van je tegenspeler te kijken. Tennis is een technisch spel, maar daar stopt het niet."
Als hoofdcoach verzint en ontwikkelt Teirlinck, naar analogie van zijn laatste essay ('Tennis, het mentale verhaal', tw) een kaartspel van 52 speelkaarten, waarbij elke kaart bestaat uit de naam en foto van een jonge speler, zijn rang en motivatie. Enerzijds is het een basiskaartspel, anderzijds een boost van (h)erkenning die hij zijn jonge spelers geeft. "Als tenniscoach lees je je leerling als een boek. Aan de hand van zijn spel kan je zijn karakter kennen en neerschrijven."
Uit principe is Teirlinck tegen alles wat meetbaar is. Getallen, cijfers, statistieken, het zegt lang niet alles. Hij is op zoek naar de betekenis van de dingen, en probeert die houding ook zoveel mogelijk toe te passen.
We leven nochtans in de tijd waar regels en rechtlijnigheid heerst. Noem nu maar de GAS-boetes, of de politiek die soms boven de hoofden wordt beleefd en uitgevoerd. Is dat een eigenschap die hedendaags kan worden genoemd?
Teirlinck: "Veel heeft te maken met dingen die het gevolg zijn van statistieken en resultaten die men heeft afgeleid door gewoontes en bevragingen. Op die manier gaat de politiek om met dingen als boetes en nieuwe regels omdat ze denken dat het maatschappelijk gezien een middel is om een bepaalde evolutie te kunnen afdwingen. Dat heeft ook vaak te maken met pogingen om correcties door te voeren die men niet wil opleggen als een soort van politieke visie, maar die men wil opleggen vanuit een meetbare statistiek. Op die manier denk ik wel dat het een trend is vandaag dat alles wat meetbaar is eerder belangrijk zal worden genoemd en alles wat niet meetbaar is, schuift men aan de kant omdat men er geen raad mee weet. In die zin is het een typisch gegeven voor onze tijd dat we een chronisch overschatten gaat vaststellen van alles wat in statistieken te lezen is, en dat waarden die traditioneel gezien wat moeilijker liggen helemaal in diskrediet dreigen te vallen. En dat vind ik een zorgwekkende kwestie."
Wat is het precies dat je afschrikt van de 'reële ruimte', de rechtlijnigheid?
Teirlinck: "Wat vroeger automatisch als het belangrijkste werd aanzien, bijvoorbeeld elkaar liefhebben of bezig zijn met de zorgen van alledag, gaat nu onbelangrijk genoemd worden omdat men dat niet kan meten. Men gaat wel meten hoeveel boterhammen iemand kan eten of hoeveel cholesterol hij heeft. Men moet zijn voedingsgewoontes aanpassen, men moet fitness gaan doen, maar men moet helemaal niet x-aantal minuten iemand graag zien per dag, dat gaat niet gemeten worden. Dat is helemaal onbelangrijk geworden. Dus krijgen we een soort van mensen die gaan handelen naar statistieken en die permanent elkaar de duvel aandoen. We krijgen een pietepeuterige maatschappij met constante kritiek op elkaar omwille van kleine details die men nu net vernomen heeft in een of andere statistiek uit een tijdschrift. Op alle niveaus wordt dat uitgespeeld: het onderwijs, de sport, alles wordt gemeten. In tegenstelling tot inspiratie, bevlogenheid of enthousiasme. De bezieling is plots onbelangrijk geworden."
Is dit onomkeerbaar?
Teirlinck: "Er zouden twee dingen kunnen gebeuren, die ikzelf trouwens probeer te doen: dat is enerzijds het spel proberen te spelen zoals de anderen het momenteel spelen. Dat willen zeggen dat men gaat proberen passie of gedrevenheid te meten. Dus gaat men technieken zoeken om effectief statistieken te maken op dat vlak. Dat zou kunnen leiden tot leuke en originele dingen.
Anderzijds kunnen we proberen te bewijzen aan een heel aantal mensen op verschillende echellons dat alles wat meetbaar is, toch niet het belangrijkste is in het leven. Het is niet omdat je een lange tekst schrijft dat er ook inhoud in zit. Dat element van inhoud, van appreciatie, en subjectiviteit moeten we opnieuw laten aanvoelen als iets waardevol. En niet als iets dat we niet durven bespreken omdat we ze niet kunnen rangschikken.
Nieuw universum.
Je hebt het vaak over het mentale denken of de mentale ruimte. Is dat een manier om het ons makkelijker te maken of kunnen we onszelf daar ook in verliezen?
Teirlinck: "Het mentale zou ik niet direct gebruiken om het ons makkelijker te maken. De mentale ruimte zie ik meer als een te ontginnen gebied waar interessante mogelijkheden liggen die buiten het zichtbare vallen. Het mentale zou ik willen situeren zodat het een meerwaarde is voor iemand die tot nu toe alleen nog maar de realiteit heeft ontdekt, maar die dan plotseling ook ontdekt dat er verbanden mogelijk zijn in het eigen denken, dat er fantasie mogelijk is, en dat er zowel gevaarlijke als beangstigende, uitdagende en opwindende mogelijkheden zitten in dat domein van het virtuele zodat men een tweede leven weet te vinden. We spreken dan over een compleet nieuw leven dat een aanvulling kan zijn bij het eerste of echte leven. Ik denk dat mentale ruimte moet gezien worden als een nieuw universum dat men betreedt en waar men gefascineerd in kan opgaan. Dat men zich daarin kan verliezen is vanzelfsprekend. Jezelf uitleven kan ook een stap te ver gaan zodat men in een soort van psychiatrie terecht komt door het overdreven wegvluchten uit de realiteit. Maar dat is aan ieder om daarover te oordelen. Het morele oordeel over dat verlies is een kwestie van hoe ver men daar in wil gaan. Gaat men dat abnormaal noemen of enthousiast, dat is persoonlijk."
Ik maakte ooit een korte documentaire met twee dansers uit de Vandekeybus-stal over instincten en gevoel (To feel more & to know less). Door hun relaas werd ik geconfronteerd met de rechtlijnige opvoeding die ik had gekregen en die ik op datzelfde moment mentaal kon doorbreken.
Teirlinck: "Ik ben altijd voorstander van combinaties. Ik geniet zowel van rationale en intellectuele kwesties maar tegelijkertijd van de meest irrationele sprongen. Dat is misschien nog een andere discipline die anderen niet altijd beheersen omdat ze dan niet goed meer weten wat je aan het vertellen bent. Het is soms niet makkelijk om als een virtuoze koortdanser van het een naar het andere te springen. Vandekeybus probeert het intuïtieve te thematiseren en gaat afstand nemen van 'to know', 'het weten'. In dat 'weten' kan je twee aspecten vinden: er is een vorm van 'weten' die rechtstreeks verwijst naar het verstand en het denken, maar de andere vorm hanteren wij dikwijls in een 'taal', bijvoorbeeld 'ik weet dat wel'. Daarmee bedoelt men dan dat men dat ergens dieper liggend heeft geaccumuleerd in zijn onderbewustzijn, en dat men dat eigenlijk wéét. Niet zozeer strikt rationeel maar eerder als een soort van aanvoelen, weten zoals het bijna ingegrifd is in het DNA. Dan is het een heel fundamenteel weten. Net zoals een kat of hond, ze weten dat ze dit en dat niet mogen doen, dat ze moeten opletten voor vuur enzovoort. Maar als mens zijn we er eigenlijk verder van weggeëvolueerd dan de dieren. En dat andere weten waar Wim Vandekeybus het dikwijls over heeft is voor velen een ontdekking. Soms ook een schok."
Maar daarom is er ook kunst natuurlijk.
Teirlinck: "Ja natuurlijk. Ik denk dat veel kunstenaars als het ware verslaafd zijn aan die andere dingen en dat ze daar eigenlijk graag mee bezig zijn."
Prikkelende elementen.
Ook David Lynch bewandelt de grens tussen het transcendentale en de realiteit. Maar dat heeft vaak een tegenstrijdig effect bij het brede publiek. Hoe kan je de kijkers onderscheiden die weglopen uit de cinemazaal bij het bekijken van 'Lost Highway' of 'Inland empire' en de toeschouwer die geboeid kijkt, ook al valt er weinig te begrijpen?
Teirlinck: "Dat heeft te maken met kapstokken. Als men ziet dat men onvoldoende kapstokken terug vindt dan gaat men misschien die zaal verlaten. Anderzijds is het zo dat bijvoorbeeld 'Inland Empire' spreekt over heel intuïtieve processen en sprongen en dat -zoals ik daarnet al zei- veel mensen het niet meer in de vingers hebben en dat ze het bijgod niet weten waarover hij het heeft. Natuurlijk is die film perfect te begrijpen, maar de kwestie is, hoé men er moet naar kijken en met welke verwachtingen. De traditionele manier om naar een verhaal te zoeken in een film is hier niet van toepassing. Maar de titel zegt het al, een Rijk dat vanbinnen in mij zit, en waar ik misschien nog weinig van weet maar dat wel massaal groot is. Het is een kolossale, kolkende massa die ik niet onder controle heb, maar waar deze filmmaker mij wel mee confronteert. Het is op zich al boeiend om een nieuw domein te verkennen waar heel veel taboes aan bod kunnen komen, zoals bepaalde driften die in ons zitten, neigingen waar we dikwijls niet graag over spreken maar die we dikwijls 's nacht of op onbewaakte momenten voelen, al dan niet bewust. Met die hete cocktail van gevaarlijke en prikkelende elementen gaan men aan de slag moeten. Wellicht zullen er binnen 20 jaar veel minder mensen buiten gaan, dat blijkt ook uit zijn vorige films waaruit blijkt dat hij dikwijls ver voor is op de grote groep kijkers."
Wanneer ben je zelf beginnen ontdekken dat je het mentale denkgegeven naast het rationele denken kon hanteren?
Teirlinck: "Ik denk niet dat ik dat ontdekt heb, dat zat van kindsaf al in mij. Ik heb gewoon nooit dingen weggegooid. De meeste mensen worden door hun opleiding of opvoeding, hetzij door ouders, hetzij door leraars of anderen gekortwiekt als een bonzaï. Elk ding dat niet past in het beeldje gaan ze wegknippen, totdat ze vaststellen dat er wel een mooi boompje is overgebleven, maar misschien hebben ze ondertussen ook wel veel waardevolle dingen weggeknipt zoals de creativiteit. Het grootste struikelblok van deze tijd is het geloof, omdat alles wat te maken heeft met religie en doctrines een ravage aanrichten in een persoon. Mensen die fundamentalistische islamieten zijn kunnen over geen enkel thema nog iets zeggen, of zich vrij uiten. Maar hetzelfde kan gezegd worden over fundamentalistische christenen in de middeleeuwen of zelfs recenter, die veel boompjes verminkt hebben door weg te snoeien wat nog levensvatbaar was. Als die persoon later in zijn leven nog iets terugvindt van die originele kwaliteiten die hij ooit heeft gekend, is hij in shock. Het gebeurt dikwijls na een ingrijpende gebeurtenis zoals een hartaanval, een pensionering of een diepe crisis dat het besef er is dat ze veel te lang dat rechtlijnige pad hebben gevolgd met hun verstand."
Nest.
"Na de dood van mijn vader, wat mij op 28-jarige leeftijd zeer plots is overkomen, ben ik anders gaan denken en doen. Daarvoor las ik veel, dacht na over de dingen, en was de familieband warm genoeg met de nodige animo. Er was dan ook geen reden om naar buiten te stappen, om mij te profileren. In mijn nest was het goed. Maar na zijn dood was de drang om appreciatie en bijval te zoeken opmerkelijk groter. Stapsgewijs, maar toch aan een redelijk tempo zijn er toen heel wat dingen gebeurd. Het is vanaf dat moment dat ik met een kunstkring gestart ben, eigen theaterstukken heb geschreven, ben beginnen regisseren, tennisscholen heb opgestart, noem maar op. Tot op de dag van vandaag heb ik de indruk dat ik me steeds moet bewijzen. Dat is het idee dat ik altijd heb. Bewijzen voor mezelf of voor mijn overleden vader, dat is de vraag waarop ik nog geen antwoord heb. Ik besef het enkel."
'Het actuele denken' en 'Tennis, het mentale verhaal' zijn uit bij Uitgeverij Deystere.
Een gesprek met Johan Teirlinck
Aan de hand van drie essays over relevante topics uit het denken van vandaag belicht Teirlinck in 'Het actuele denken' de fenomenen en uitgangspunten in de hedendaagse kunst, cultuur en het brede maatschappelijke veld.
Teirlinck is een druk bezet man. Naast zijn voltijdse baan bij LUCA, school of arts, waar hij culturele wetenschappen doceert, schrijft hij theaterstukken, essays en romans. Daarnaast is hij al vijftien jaar hoofdcoach bij tennisclub Panorama in Overijse.
Teirlinck zelf startte pas vanaf zijn vijfentwintigste met tennis, maar bracht uren tijd per dag door op de baan. "Ik moest en zou een goede speler worden, en dat is gelukt. Niet alleen door training, ook door inzicht. Het is de kunst om in het hoofd van je tegenspeler te kijken. Tennis is een technisch spel, maar daar stopt het niet."
Als hoofdcoach verzint en ontwikkelt Teirlinck, naar analogie van zijn laatste essay ('Tennis, het mentale verhaal', tw) een kaartspel van 52 speelkaarten, waarbij elke kaart bestaat uit de naam en foto van een jonge speler, zijn rang en motivatie. Enerzijds is het een basiskaartspel, anderzijds een boost van (h)erkenning die hij zijn jonge spelers geeft. "Als tenniscoach lees je je leerling als een boek. Aan de hand van zijn spel kan je zijn karakter kennen en neerschrijven."
Uit principe is Teirlinck tegen alles wat meetbaar is. Getallen, cijfers, statistieken, het zegt lang niet alles. Hij is op zoek naar de betekenis van de dingen, en probeert die houding ook zoveel mogelijk toe te passen.
We leven nochtans in de tijd waar regels en rechtlijnigheid heerst. Noem nu maar de GAS-boetes, of de politiek die soms boven de hoofden wordt beleefd en uitgevoerd. Is dat een eigenschap die hedendaags kan worden genoemd?
Teirlinck: "Veel heeft te maken met dingen die het gevolg zijn van statistieken en resultaten die men heeft afgeleid door gewoontes en bevragingen. Op die manier gaat de politiek om met dingen als boetes en nieuwe regels omdat ze denken dat het maatschappelijk gezien een middel is om een bepaalde evolutie te kunnen afdwingen. Dat heeft ook vaak te maken met pogingen om correcties door te voeren die men niet wil opleggen als een soort van politieke visie, maar die men wil opleggen vanuit een meetbare statistiek. Op die manier denk ik wel dat het een trend is vandaag dat alles wat meetbaar is eerder belangrijk zal worden genoemd en alles wat niet meetbaar is, schuift men aan de kant omdat men er geen raad mee weet. In die zin is het een typisch gegeven voor onze tijd dat we een chronisch overschatten gaat vaststellen van alles wat in statistieken te lezen is, en dat waarden die traditioneel gezien wat moeilijker liggen helemaal in diskrediet dreigen te vallen. En dat vind ik een zorgwekkende kwestie."
Wat is het precies dat je afschrikt van de 'reële ruimte', de rechtlijnigheid?
Teirlinck: "Wat vroeger automatisch als het belangrijkste werd aanzien, bijvoorbeeld elkaar liefhebben of bezig zijn met de zorgen van alledag, gaat nu onbelangrijk genoemd worden omdat men dat niet kan meten. Men gaat wel meten hoeveel boterhammen iemand kan eten of hoeveel cholesterol hij heeft. Men moet zijn voedingsgewoontes aanpassen, men moet fitness gaan doen, maar men moet helemaal niet x-aantal minuten iemand graag zien per dag, dat gaat niet gemeten worden. Dat is helemaal onbelangrijk geworden. Dus krijgen we een soort van mensen die gaan handelen naar statistieken en die permanent elkaar de duvel aandoen. We krijgen een pietepeuterige maatschappij met constante kritiek op elkaar omwille van kleine details die men nu net vernomen heeft in een of andere statistiek uit een tijdschrift. Op alle niveaus wordt dat uitgespeeld: het onderwijs, de sport, alles wordt gemeten. In tegenstelling tot inspiratie, bevlogenheid of enthousiasme. De bezieling is plots onbelangrijk geworden."
Is dit onomkeerbaar?
Teirlinck: "Er zouden twee dingen kunnen gebeuren, die ikzelf trouwens probeer te doen: dat is enerzijds het spel proberen te spelen zoals de anderen het momenteel spelen. Dat willen zeggen dat men gaat proberen passie of gedrevenheid te meten. Dus gaat men technieken zoeken om effectief statistieken te maken op dat vlak. Dat zou kunnen leiden tot leuke en originele dingen.
Anderzijds kunnen we proberen te bewijzen aan een heel aantal mensen op verschillende echellons dat alles wat meetbaar is, toch niet het belangrijkste is in het leven. Het is niet omdat je een lange tekst schrijft dat er ook inhoud in zit. Dat element van inhoud, van appreciatie, en subjectiviteit moeten we opnieuw laten aanvoelen als iets waardevol. En niet als iets dat we niet durven bespreken omdat we ze niet kunnen rangschikken.
Nieuw universum.
Je hebt het vaak over het mentale denken of de mentale ruimte. Is dat een manier om het ons makkelijker te maken of kunnen we onszelf daar ook in verliezen?
Teirlinck: "Het mentale zou ik niet direct gebruiken om het ons makkelijker te maken. De mentale ruimte zie ik meer als een te ontginnen gebied waar interessante mogelijkheden liggen die buiten het zichtbare vallen. Het mentale zou ik willen situeren zodat het een meerwaarde is voor iemand die tot nu toe alleen nog maar de realiteit heeft ontdekt, maar die dan plotseling ook ontdekt dat er verbanden mogelijk zijn in het eigen denken, dat er fantasie mogelijk is, en dat er zowel gevaarlijke als beangstigende, uitdagende en opwindende mogelijkheden zitten in dat domein van het virtuele zodat men een tweede leven weet te vinden. We spreken dan over een compleet nieuw leven dat een aanvulling kan zijn bij het eerste of echte leven. Ik denk dat mentale ruimte moet gezien worden als een nieuw universum dat men betreedt en waar men gefascineerd in kan opgaan. Dat men zich daarin kan verliezen is vanzelfsprekend. Jezelf uitleven kan ook een stap te ver gaan zodat men in een soort van psychiatrie terecht komt door het overdreven wegvluchten uit de realiteit. Maar dat is aan ieder om daarover te oordelen. Het morele oordeel over dat verlies is een kwestie van hoe ver men daar in wil gaan. Gaat men dat abnormaal noemen of enthousiast, dat is persoonlijk."
Ik maakte ooit een korte documentaire met twee dansers uit de Vandekeybus-stal over instincten en gevoel (To feel more & to know less). Door hun relaas werd ik geconfronteerd met de rechtlijnige opvoeding die ik had gekregen en die ik op datzelfde moment mentaal kon doorbreken.
Teirlinck: "Ik ben altijd voorstander van combinaties. Ik geniet zowel van rationale en intellectuele kwesties maar tegelijkertijd van de meest irrationele sprongen. Dat is misschien nog een andere discipline die anderen niet altijd beheersen omdat ze dan niet goed meer weten wat je aan het vertellen bent. Het is soms niet makkelijk om als een virtuoze koortdanser van het een naar het andere te springen. Vandekeybus probeert het intuïtieve te thematiseren en gaat afstand nemen van 'to know', 'het weten'. In dat 'weten' kan je twee aspecten vinden: er is een vorm van 'weten' die rechtstreeks verwijst naar het verstand en het denken, maar de andere vorm hanteren wij dikwijls in een 'taal', bijvoorbeeld 'ik weet dat wel'. Daarmee bedoelt men dan dat men dat ergens dieper liggend heeft geaccumuleerd in zijn onderbewustzijn, en dat men dat eigenlijk wéét. Niet zozeer strikt rationeel maar eerder als een soort van aanvoelen, weten zoals het bijna ingegrifd is in het DNA. Dan is het een heel fundamenteel weten. Net zoals een kat of hond, ze weten dat ze dit en dat niet mogen doen, dat ze moeten opletten voor vuur enzovoort. Maar als mens zijn we er eigenlijk verder van weggeëvolueerd dan de dieren. En dat andere weten waar Wim Vandekeybus het dikwijls over heeft is voor velen een ontdekking. Soms ook een schok."
Maar daarom is er ook kunst natuurlijk.
Teirlinck: "Ja natuurlijk. Ik denk dat veel kunstenaars als het ware verslaafd zijn aan die andere dingen en dat ze daar eigenlijk graag mee bezig zijn."
Prikkelende elementen.
Ook David Lynch bewandelt de grens tussen het transcendentale en de realiteit. Maar dat heeft vaak een tegenstrijdig effect bij het brede publiek. Hoe kan je de kijkers onderscheiden die weglopen uit de cinemazaal bij het bekijken van 'Lost Highway' of 'Inland empire' en de toeschouwer die geboeid kijkt, ook al valt er weinig te begrijpen?
Teirlinck: "Dat heeft te maken met kapstokken. Als men ziet dat men onvoldoende kapstokken terug vindt dan gaat men misschien die zaal verlaten. Anderzijds is het zo dat bijvoorbeeld 'Inland Empire' spreekt over heel intuïtieve processen en sprongen en dat -zoals ik daarnet al zei- veel mensen het niet meer in de vingers hebben en dat ze het bijgod niet weten waarover hij het heeft. Natuurlijk is die film perfect te begrijpen, maar de kwestie is, hoé men er moet naar kijken en met welke verwachtingen. De traditionele manier om naar een verhaal te zoeken in een film is hier niet van toepassing. Maar de titel zegt het al, een Rijk dat vanbinnen in mij zit, en waar ik misschien nog weinig van weet maar dat wel massaal groot is. Het is een kolossale, kolkende massa die ik niet onder controle heb, maar waar deze filmmaker mij wel mee confronteert. Het is op zich al boeiend om een nieuw domein te verkennen waar heel veel taboes aan bod kunnen komen, zoals bepaalde driften die in ons zitten, neigingen waar we dikwijls niet graag over spreken maar die we dikwijls 's nacht of op onbewaakte momenten voelen, al dan niet bewust. Met die hete cocktail van gevaarlijke en prikkelende elementen gaan men aan de slag moeten. Wellicht zullen er binnen 20 jaar veel minder mensen buiten gaan, dat blijkt ook uit zijn vorige films waaruit blijkt dat hij dikwijls ver voor is op de grote groep kijkers."
Wanneer ben je zelf beginnen ontdekken dat je het mentale denkgegeven naast het rationele denken kon hanteren?
Teirlinck: "Ik denk niet dat ik dat ontdekt heb, dat zat van kindsaf al in mij. Ik heb gewoon nooit dingen weggegooid. De meeste mensen worden door hun opleiding of opvoeding, hetzij door ouders, hetzij door leraars of anderen gekortwiekt als een bonzaï. Elk ding dat niet past in het beeldje gaan ze wegknippen, totdat ze vaststellen dat er wel een mooi boompje is overgebleven, maar misschien hebben ze ondertussen ook wel veel waardevolle dingen weggeknipt zoals de creativiteit. Het grootste struikelblok van deze tijd is het geloof, omdat alles wat te maken heeft met religie en doctrines een ravage aanrichten in een persoon. Mensen die fundamentalistische islamieten zijn kunnen over geen enkel thema nog iets zeggen, of zich vrij uiten. Maar hetzelfde kan gezegd worden over fundamentalistische christenen in de middeleeuwen of zelfs recenter, die veel boompjes verminkt hebben door weg te snoeien wat nog levensvatbaar was. Als die persoon later in zijn leven nog iets terugvindt van die originele kwaliteiten die hij ooit heeft gekend, is hij in shock. Het gebeurt dikwijls na een ingrijpende gebeurtenis zoals een hartaanval, een pensionering of een diepe crisis dat het besef er is dat ze veel te lang dat rechtlijnige pad hebben gevolgd met hun verstand."
Nest.
"Na de dood van mijn vader, wat mij op 28-jarige leeftijd zeer plots is overkomen, ben ik anders gaan denken en doen. Daarvoor las ik veel, dacht na over de dingen, en was de familieband warm genoeg met de nodige animo. Er was dan ook geen reden om naar buiten te stappen, om mij te profileren. In mijn nest was het goed. Maar na zijn dood was de drang om appreciatie en bijval te zoeken opmerkelijk groter. Stapsgewijs, maar toch aan een redelijk tempo zijn er toen heel wat dingen gebeurd. Het is vanaf dat moment dat ik met een kunstkring gestart ben, eigen theaterstukken heb geschreven, ben beginnen regisseren, tennisscholen heb opgestart, noem maar op. Tot op de dag van vandaag heb ik de indruk dat ik me steeds moet bewijzen. Dat is het idee dat ik altijd heb. Bewijzen voor mezelf of voor mijn overleden vader, dat is de vraag waarop ik nog geen antwoord heb. Ik besef het enkel."
'Het actuele denken' en 'Tennis, het mentale verhaal' zijn uit bij Uitgeverij Deystere.